Van alles en nog wat…

Mijn laatste blog dateert van 26 augustus. In de tussentijd heeft de tijd niet stil gestaan. Misschien volg je mij op Twitter en lees je daar soms updates over mijn leven, hoewel ik daar ook niet heel actief ben. Dat komt waarschijnlijk omdat ik een dubbelleven lijdt. Deze blog is een van de vier die ik wanhopig probeer bij te houden, mijn twitteraccount @zwaluwzwaluw een van de 6 accounts die op mijn telefoon staan geprogrammeerd.

En in de tussentijd probeer ik mijn hoofd boven water te houden. Al spartelend. Want met horten en stoten zet ik stappen vooruit, wordt soms weer drie stappen achteruit gezet en probeer daartussen adem te halen. Soms gaat het me te snel en soms gaat het mij niet snel genoeg.

Ik ben nog steeds in therapie, wekelijks. En meestal is dat fijn. Soms werkt het verwarrend, soms zie ik er enorm tegenop en denk ik tijdens de heenweg ‘waar moet ik nou weer over praten’. Het gaat altijd zoals het loopt en er worden vaak dingen besproken waarvan ik kan leren of waarmee ik aan de slag ga, maar echt belangrijk? Meestal niet.

Mijn vriend heeft mij al een aantal keer gemeld dat ik over het verleden moet praten. Mijn verleden zit namelijk verweefd in alles wat ik nu tegenkom. En daar heb ik het bijzonder moeilijk mee. Maar daarover praten? Nee, dat vermijd ik liever. Een tijd geleden heb ik er tijdens therapie over gesproken, verteld wat er is gebeurd in mijn jeugd. Maar dat kostte mij ongelofelijk veel energie, nachtmerries en intens verdriet.

Dan blijf ik liever in mijn schulp waar ik maar wat aanmodder betreffende het leven, maar wat met wat hulp en weinig uitdaging best gaat…

Zou je het iemand vertellen?

Deze bladzijde komt uit het boek Aderlating. Een boek dat enkele jaren geleden voor het eerst las. Geleend uit de bieb, waarna ik gefascineerd raakte door het verhaal. Het gevolg was dat ik het boek leende uit de bieb, verlengde tot de uiterste datum, inleverde en dezelfde dag weer mee nam naar huis. Het boek las ik keer op keer. Een deel van het verhaal ging over mij, een deel van het verhaal ging over de vrouw die ik wilde worden en een deel van het verhaal was mijn grootste angst.  Lees verder

Af. Gevallen.

Er was een tijd dat ik mijzelf niet zag. Althans ik zag niet de persoon die anderen wel zagen. Stapje voor stapje was ik bezig mijzelf uit te gummen, letterlijk. Tot iemand mij erop wees dat mijn beeld niet klopte, of eigenlijk eerder mijzelf dwong om anders naar mijzelf te kijken. Uiteraard ging dat niet in één dag of in twee dagen of in drie weken, nee, dat kostte veel tijd.

Na een aantal jaar dacht ik mijzelf weer te kunnen zien. Maar de laatste paar weken dringt tot mij door dat ik die vervormde spiegel nooit ben kwijtgeraakt en dat ik de laatste tijd enkel nog die spiegel zie.

Onbewust ben ik daar naar gaan handelen, hoewel ik al langer niet een normaal ritme volgde, was het de afgelopen weken echt hels om met eten bezig te zijn. Ontbijten gaat lastig, lunchen gaat lastig, alleen avondeten gaat nog, maar niet in normale porties. En ik at enkel waar ik zin in had. Had ik nergens zin in? Dan at ik niets.

In mijn omgeving merk ik dat mensen jaloers zijn op mijn slanke lichaam, mijn ‘normale’ eetritme in vergelijking met hun vreetbuien. Geen mens weet wat daarachter schuilt, behalve drie lagen kleding. Geen mens weet wat ik werkelijk élke dag moet doorstaan om met dit lijf te kunnen leven. Geen mens weet dat ik de afgelopen weken wéér veel ben afgevallen en nu dus in het begin van de gevarenzone zit.

Geen mens. Totdat ik het afgelopen weekend vertelde aan hem. Hij weet al langer dat ik problemen heb met eten, maar wist ook niet beter dan dat dat een gevolg is van wat ooit een ernstige stoornis was.  Nu vertelde ik hem dat ik na ieder ding dat ik eet misselijk word, mijn lichaam accepteert bijna geen eten meer. Accepteert niet dat ik aan kom en denkt alleen maar aan nog meer afvallen.

En dus word ik nu in de gaten gehouden waar mogelijk. Maar ik hou ook mijzelf in de gaten. Want er is een deel dat vecht, iedere dag, tegen dat probleem. Er is een deel van mij dat dit niet wil. En dat is voorlopig genoeg om mij te redden van mijn eigen ondergang.

Vandaag was het zover…

Er kwam veel aan bod. Van mijn jeugd tot aan nu en alles wat daartussen zat. Ik kreeg een hoop vragen waar ik niet altijd antwoord op kon geven, maar het desondanks toch probeerde. Om haar te helpen om een beeld te vormen, maar vooral om mijzelf te helpen.

Ik schrok toen ze begon over eventuele medicijnen, antidepressiva, maar mijn mond viel volledig open toen het woord ‘opname’ viel. Hoewel zij het eerst niet nodig acht, speelt het wel door haar hoofd en daardoor door het mijne.

Hoewel ik medicijnen nog in consideratie wil nemen, ren ik bij het woord ‘opname’ gillend weg. Het klinkt zo ver weg, alsof het niet over mij gaat. Ik wil niet opgenomen worden, acht het ook niet nodig.

Soms vraag ik me af waar het allemaal goed voor is. Zo’n gesprek maakt een heftige indruk, daar zit je even mee. Het zorgt voor nieuwe piekermomenten en die had ik er al genoeg. Maar ik ben blij dat de eerste stap is gezet.

Ik word beter. Echt.