Leven met diepe dalen

In mijn vorige blog beschreef ik een flinke stap in vooruitgang. De trein missen voor de yogales, het willen opgeven, maar dan toch gaan én enigszins op tijd komen. Het was een gebeurtenis waarmee ik mijzelf verraste, mijn vriend verraste, maar ook mijn yogadocente (en tevens een van de psychologen van het centrum). Het was een ervaring waar ik de afgelopen week veel over na dacht. 

Afgelopen week had ik therapie en hoewel er een hoop te bespreken viel, koos ik ervoor om deze – op het eerste zicht – blije gebeurtenis te bespreken. Want hoewel ik trots was op wat ik had bereikt, zag ik ook een heel duidelijk parallel. Een parallel met mijn leven. Na enige uitleg, beaamde mijn therapeut dit parallel en gaf toelichting vanuit haar zicht.  Lees verder

Trein gemist, maar niet te laat

Het was donderdag, yoga-dag, toen ik na een dag werken kantoor verliet om de trein te halen. Mijn aansluiting op de metro was perfect en eenmaal op station aangekomen wist ik dat de trein van 16.07 nog moest komen. Omdat de zon scheen op de borden kon ik niet goed zien of de trein vertraging had of niet, maar het was 16.05 en volgens de app zou de trein naar mijn woonplaats op tijd rijden. 

De eerstvolgende trein die aan kwam rijden ben ik in gesprongen, zocht een plekje en staarde uit het raam. Er was slechts één tussenstation, eenmaal daar aangekomen, bleef ik rustig zitten terwijl andere reizigers uit de trein stapte én er opvallend veel reizigers in de trein stapte. Toen ik het fluitje hoorde, begon ik me zorgen te maken. En toen ik de vertrouwde omroepstem hoorde, wist ik dat mijn zorgen terecht waren. Lees verder

Vanuit het diepst van de ziel

Ik herken het direct. Het hoofd wat groter bij het lichaam, alsof het erop gephotoshopt is, maar terwijl ze ademt, beweegt, weet je dat dit geen kwestie van photoshoppen is. Was het maar een kwestie van photoshoppen. Het zou een hoop levens schelen als alle problemen met een computerprogramma weg geveegd konden worden. Zo gemakkelijk is de realiteit helaas niet. Problemen die vanuit het diepst van de ziel komen kunnen niet weg geveegd met een digitaal gummetje.

Blind. Blind voor alle hulp en liefde om je heen. Het enige wat jouw ogen laten zien is die spiegel. Die misvormde spiegel. Die duiveltjes in jouw hoofd die jou vertellen wat je ziet. Overduidelijk subjectief. Maar je ziet het niet, hoort het niet, want dat is niet hoe jij je voelt.

Rot als een appel. Gebroken als een porseleinen theekopje. Miezeriger dan een zandkorrel. Niets.

En op den duur wordt het normaal. Dan weet je niet meer beter. Ongemerkt verander je in een onhandelbaar monster dat zichzelf wil laten verdwijnen. Letterlijk.

Hoewel het hoofd het niet door heeft en op dezelfde grootte blijft als dat het altijd was. En hoewel een taille zo dun als een potlood zou moeten laten zien hoe ernstig de situatie is, valt het hoofd vaak het eerste op.

Dat is waar ik het aan herken. Confronterend. Omdat ik ooit ook zo was. En eigenlijk nog steeds ben. Elke ochtend sta ik op voor weer een gevecht tegen dat stukje ziel dat zich ooit lang geleden tegen mij keerde. Maar ik weet dat ik sterker ben. Dat het ooit goed komt. En terwijl ik oogcontact probeer te zoeken leg ik een boodschap in mijn ogen. In de hoop dat je ziet. Dat je weet dat het goed komt. Dat jij het ook kan.

De trein stopt. Je pakt je spullen bij elkaar en loopt naar de uitgang. Nooit zal ik weten of het je zal lukken. Of je de boodschap hebt begrepen. Totdat je vlak voor de deur van de coupe om kijkt. Jouw ogen zoeken de mijne en ik weet dat het goed komt. Jij redt het wel.