Leven met diepe dalen

In mijn vorige blog beschreef ik een flinke stap in vooruitgang. De trein missen voor de yogales, het willen opgeven, maar dan toch gaan én enigszins op tijd komen. Het was een gebeurtenis waarmee ik mijzelf verraste, mijn vriend verraste, maar ook mijn yogadocente (en tevens een van de psychologen van het centrum). Het was een ervaring waar ik de afgelopen week veel over na dacht. 

Afgelopen week had ik therapie en hoewel er een hoop te bespreken viel, koos ik ervoor om deze – op het eerste zicht – blije gebeurtenis te bespreken. Want hoewel ik trots was op wat ik had bereikt, zag ik ook een heel duidelijk parallel. Een parallel met mijn leven. Na enige uitleg, beaamde mijn therapeut dit parallel en gaf toelichting vanuit haar zicht.  Lees verder

Fijne feestdagen?

Het is kerst. En dat feest lag allang niet meer in mijn planning. En daarom ben ik in een soort rouwstemming.

Ik ben ernstig depressief en wil zo’n 85% van de tijd niet meer leven. En hoewel ik niet gepland had wanneer het over zou zijn, wilde ik toch wel heel graag dat het voor kerst zou gebeuren. Voor de tijd waarin ieder vrolijk is en het heeft over het aankomende nieuwe jaar.

Want stilstaan bij weer een nieuw jaar wil ik helemaal niet. Want ik wil niet beginnen aan een nieuw jaar.

Omdat er een klein deel van mij, dus zo’n 15%, wel wil leven kan ik mij er gelukkig wel toe zetten deze dagen dicht bij anderen te blijven. Want als ik alleen zou zijn, zou ik niet weten wat er zou gebeuren.

Hoewel dit blogje een beetje droevig is wil ik toch iedereen een hele fijne kerst wensen.

Vliegen zonder vleugels

Op mijn openbare weblog publiceerde ik enige tijd geleden een beveiligde blog, wat betekent dat mensen aan mij het wachtwoord kunnen vragen en ik hen dat geef wanneer ik vind dat zij het mogen lezen. In die weblog legde ik uit wat er met mij aan de hand is, verklaarde mijn gedrag dat voor anderen misschien niet past bij hoe ik mij voel en gaf aan dat er een plek is waar ik meer hierover vertel en dat zij het adres daarvan konden vragen.

Mijn openbare weblog heeft op dit moment ongeveer 40 unieke bezoekers per dag. Je zou dus kunnen zeggen dat je wel wat aanvragen zou krijgen, maar niets was minder waar. Twee mensen vroegen naar het wachtwoord voor die blog die voor mij zo ongelofelijk veel betekent. Die blog die mijn leven beheerst.

Weken had ik getwijfeld of ik erover zou bloggen, weken had ik over woorden nagedacht en weken had ik nagedacht over wie ik wel en wie niet het wachtwoord zou geven.

Dat er slechts twee mensen geïnteresseerd waren in wat ik daar schreef, was op zijn zachtst gezegd nogal een klap.  Maar het deed mij ook inzien hoe onze maatschappij functioneert en hoe ik functioneer.

We zijn veel met ons eigen persoontje bezig, ik inclusief. En daarbij vergeten we te kijken naar de personen die wat voor ons betekenen, laat staan dat we kijken naar wat hen bezig houdt en wat zij meemaken. Ik ga nu niet zeggen dat ik de afgelopen dagen ben gaan letten op de mensen om mij heen, want zo werkt dat helaas niet. Maar het is wel iets waar ik naartoe wil werken.

Net zoals dat ik wil leren zeggen wat ik doormaak, helemaal als dadelijk de klap komt en ik niet meer in staat ben iets te doen. Dan zal ik de hulp van mijn omgeving ernstig nodig hebben. Want vliegen zonder vleugels, dat gaat niet.

Nóg langer…?

Het wordt lastig. Heel lastig. 

Vandaag kreeg ik te horen dat het proces van beter worden nog iets langer gaat duren dan ik dacht, en dan mijn psychotherapeut dacht. Daar baal ik van. Heel erg.

Uiteraard verwachtte ik niet dat het zomaar over zou zijn. Uiteraard wist ik dat ik eerst door een dal zou moeten gaan voordat ik weer zou kunnen lachen.

Vandaag bleek dat ik mijn probleem verschrikkelijk ongelofelijk ontken. Want ondanks dat ik er hier over schrijf – wat niemand leest – en het er met mijn vriend wel over heb, mag ‘het’ er niet zijn. Ik wil niemand ermee belasten en daar ga ik heel ver in.

En waar de meeste mensen met een depressie niets meer kunnen, ben ik mijzelf gaan ondersneeuwen in werk en dingen die ik van mijzelf moet doen. Aangezien ik dat heel lang volhoud, zal dat ook nog wel even duren. Terwijl het in de tussentijd in mijn hoofd steeds drukker wordt. Er zal een moment komen wanneer de rem er op gaat, maar dan ook volledig.

Nu moet ik ervoor zorgen dat ik niet over de kop sla, maar op mijn benen terecht kom. Terwijl de kans er voor zo’n 99% is dat ik val.

Heftig dus. Maar beetje bij beetje leer ik mijzelf weer kennen. En ik krijg er vaker vertrouwen in dat ‘dit’ geen vast onderdeel van mij is, maar iets is dat ik kwijt kan raken.

Eindelijk…

Morgen word ik verwacht in het ziekenhuis. Maar dan niet in het ziekenhuis, maar op de afdeling voor gekken. Juist. Na jarenlang getracht mijzelf te redden geef ik er nu eindelijk aan toe. Ik kan het niet alleen én ik wil echt beter worden. En ja, als je beiden combineert kom je er toch op uit dat je hulp zoekt.

Afgelopen vrijdag zat ik om die reden bij de dokter. Ik moest huilen, hij keek mij voor het eerst lange tijd recht aan – waar hij normaal alleen op zijn papiertje of computer kijkt –  en toen had ik de stap gezet. Die stap waar ik zo tegenaan had gehikt.

Maandagmiddag werd ik gebeld dat ik woensdag terecht kan.  Eerst moet ik mij ‘inschrijven’ om vervolgens aansluitend een gesprek te hebben, waarvan ik mij nog afvraag of dat een intakegesprek is of niet.

Hoewel ik aan de ene kant sinds vrijdag kriebels in mijn buik heb van de zenuwen, ben ik aan de andere kant opgelucht. Een soort euforisch gevoel overheerst omdat ik weet, nee hoop dat het nu echt goed gaat komen.  Ik duim voor mijzelf.